In december werd al een akkoord bereikt over dit dossier, maar een meerderheid van de EU-landen steunde dit uiteindelijk niet. Het vandaag bereikte akkoord is aangepast op het vlak van het aanpakken van schijnzelfstandigheid, de concrete uitwerking daarvan wordt nu meer bij de EU-landen gelaten. Toch blijft het volgens Van Sparrentak positief dat bij een conflict tussen een werknemer en een platform over of iemand arbeidsrechten moet krijgen, het platform moet bewijzen dat er géén sprake is van een arbeidsrelatie. De bewijslast wordt dus omgekeerd.
Met het akkoord worden grote stappen gezet in het beëindigen van de willekeur van algoritmes die platformwerkers aanstureIn. Van Sparrentak: ‘’Zo zijn mijn voorstellen voor een verbod op emotieherkenning en het saboteren van vakbondsacties door middel van surveillance aangenomen. Als de wet in werking treedt moet een beslissing over ontslag altijd genomen worden door een persoon, in plaats van een algoritme. Ook moet er openheid zijn over de prijs van een opdracht en hoe die wordt bepaald. Deze regels vormen een wereldwijde primeur voor alomvattende regels voor management via algoritmes en daarmee een blauwdruk voor regels over kunstmatige intelligentie en werk, die we nodig hebben voor de hele arbeidsmarkt.’’
Het akkoord moet nu opnieuw worden voorgelegd aan de EU-landen en het volledige Europees Parlement. Volgens van Sparrentak is dit geen gelopen race en ligt de bal in het kamp van Frankrijk. Als zij nu ook instemmen, treden de regels in 2026 in werking.