Wat stellen GroenLinks en PvdA precies voor?
Twee dingen. Ten eerste willen we het minimumloon genoeg verhogen om de hoge prijzen van de afgelopen periode te compenseren. Daarom indexeren we het minimumloon vanaf 1 januari 2022 met terugwerkende kracht voor de inflatie. Dat betekent een stijging van ten minste 6,5%. De uitkeringen stijgen mee, bijvoorbeeld voor ouderen of mensen in de bijstand. Deze stap is hard nodig voor alle mensen die nu niet meer rond kunnen komen.
Dit kost geld. GroenLinks en PvdA vinden dat de rekening hiervoor (ca. 4,2 miljard euro) bij de bedrijven met de grootste winsten moet liggen. We belasten winsten boven 10 miljoen euro komend jaar eenmalig met 50%. Daarnaast gaat het toptarief van de winstbelasting van 25,8% naar 30%. Ten slotte willen we de inkoop van eigen aandelen (buybacks) belasten. Dit wordt nu gebruikt door de allergrootste bedrijven om aandeelhouders te spekken met miljarden, zonder dat ze daarover dividendbelasting betalen. Dit vinden we oneerlijk.
Waarom is dit nodig?
Kort antwoord: omdat de ongelijkheid in Nederland veel te groot is geworden. Aan de ene kant kan een groep van miljoenen Nederlanders niet of nauwelijks meer rondkomen. De lonen gingen afgelopen twee jaar weliswaar met 5,5% omhoog, maar de prijzen stegen met 12,9%. Het reële inkomen daalde dus met 7%, blijkt uit cijfers van het CBS. Voor veel mensen is het vijf over twaalf: er moet nu iets veranderen.
Aan de andere kant staan bedrijven die te midden van snel stijgende prijzen toch recordwinsten boeken. Uit onderzoek van FNV blijkt dat de tien grootste Nederlandse beursgenoteerde bedrijven 29,4% meer winst maken sinds 2019. De uitkeringen aan aandeelhouders en de salarissen van topmanagers stijgen mee. Maar de lonen blijven achter.
Is de ongelijkheid echt zo gegroeid?
Ja, kijk maar naar de cijfers. De arbeidsinkomensquote – het aandeel van het nationaal inkomen dat naar arbeid gaat – is in de afgelopen decennia flink gedaald. Eind jaren ‘70 lag dit boven de 80%. Nu is dat zo’n 70%. De daling is nog scherper als je per sector kijkt. In de handel is de daling tussen 1995 en 2020 wel 17,4%. In die sector werken meer dan 1,4 miljoen mensen, die er dus in 25 jaar enorm op zijn achteruitgegaan. Was de arbeidsinkomensquote in de handel gelijk gebleven, dan had een gemiddeld persoon daar nu op jaarbasis € 16.404 meer verdiend.
Nog veel duidelijker zijn de gevolgen van de groeiende ongelijkheid. Zes op de tien huishoudens in Nederland heeft moeite met rondkomen. Honderdduizenden mensen belanden extra in armoede als straks de tijdelijke energiemaatregelen wegvallen. De Voedselbank opende een gironummer voor voedselhulp in Nederland. Zo ernstig is het probleem voor heel veel mensen.
Graaiflatie, wat is dat eigenlijk?
Met graaiflatie bedoelen we dat bedrijven hun prijzen méér verhogen dan nodig is om de gestegen kosten te dekken. Deze bedrijven grijpen eigenlijk de hoge inflatie – een periode waarin alles toch al duurder wordt – aan om hun eigen afzetprijzen nog eens extra te verhogen. Daarmee groeit de winst van het bedrijf.
Bestaat graaiflatie echt?
Ja, dat is duidelijk te zien in de cijfers. Uit onderzoek van de Rabobank blijkt dat de inflatie 2,2% lager had kunnen liggen als bedrijven hun prijsstijgingen hadden beperkt tot wat nodig was om hun winst gelijk te houden.
Kleine kanttekening: er zijn ook andere redenen denkbaar om de afzetprijzen extra te verhogen. Bijvoorbeeld om te anticiperen op toekomstige loonstijgingen. Maar volgens GroenLinks en PvdA is het veelzeggend dat bijna alle grote Nederlandse bedrijven hun stijgende winsten uitkeren aan aandeelhouders, door middel van dividend of buybacks van eigen aandelen. Dat wijst erop dat er wel degelijk ruimte is voor een lagere stijging van de afzetprijzen. En voor een flinke loonsverhoging voor het personeel.
Welke bedrijven doen dit?
De FNV heeft onlangs onderzoek gedaan de grootse Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Daarin is de scheefgroei duidelijk te zien. In de jaren 2019 to 2022 steeg de gemiddelde winst van 9 grote Nederlandse bedrijven, waaronder Ahold-Delhaize, Heineken en KLM met 29,4%. In dezelfde periode stegen de loonkosten maar met 15%. Maar de aandeelhoudersuitkering ging wel enorm omhoog. Tien bedrijven – waaronder ING en opnieuw Ahold-Delhaize en Heineken – keerden in 2021 wel 121% meer uit aan aandeelhouders dan in 2019. Meer dan het dubbele dus. Deze scheefgroei is onacceptabel.
Oké, deze bedrijven staan er goed voor. Wat heeft dat met ongelijkheid te maken?
Alles! Deze bedrijven zijn de grootste werkgevers van Nederland. GroenLinks en PvdA vinden dat bedrijven een verantwoordelijkheid hebben naar de samenleving en in het bijzonder naar het personeel. Het mag niet zo zijn dat bedrijven een schepje boven op de prijzen doen om aandeelhouders te spekken. Ze moeten de lonen verhogen. Honderdduizenden mensen – vaak werknemers van bedrijven die miljardenwinsten boeken – komen nu niet rond. Dat is onacceptabel. De eenvoudigste en meest effectieve manier om mensen te helpen en ongelijkheid te verkleinen is om het minimumloon te verhogen door woekerwinsten te belasten.
Het minimumloon moet dus omhoog. Hoe gaat jullie plan precies in zijn werk?
Het minimumloon stijgt al regelmatig, namelijk twee keer per jaar. De indexatie wordt normaalgesproken gebaseerd op de cao-loonstijging. Meestal werkt dat prima, maar de laatste tijd niet. De afgelopen periode lag de inflatie namelijk hoger dan de cao-lonen, waardoor mensen niet meer rond kunnen komen. We stellen voor om dit verlies goed te maken, door de indexatie van 2022 tot en met nu over te doen. Voor de formule van de indexatie gebruiken we nu alleen niet de cao-lonen, maar de inflatie. Als deze nieuwe indexatie hoger zou zijn, dan wordt de nieuwe indexatie gebruikt, anders de oude. Al met al stijgt het minimumloon daarmee met 6,5% (4,2 miljard euro).