GroenLinks is geschokt door het dreigementen van de Russische kustwacht om het Greenpeace-schip Arctic Sunrise te beschieten. De Kamerleden Liesbeth van Tongeren en Bram van Ojik roepen in Kamervragen minister Timmermans en minister Schultz op om Rusland hierop aan te spreken. Het Greenpeace-schip vaart onder Nederlandse vlag.
Van Tongeren: “Vreedzaam protest is een basaal recht. Het was al van de gekken dat Rusland het protestschip probeerde te weigeren, maar de dreigementen die daarop volgden zijn helemaal ontoelaatbaar. Dit mag Nederland niet laten gebeuren.”
Van Ojik: “Nederland moet Rusland aanspreken op de dreigementen richting het schip van Greenpeace. Minister Timmermans en minister Schultz moeten er bij de Russische autoriteiten op aan dringen dat het protest tegen de olieboringen gewoon gevoerd mag worden.”
De Arctic Sunrise voer op de Karische Zee om te protesteren tegen olieboringen van het Rusissche staatsbedrijf Rosneft. Nadat de Russische kustwacht dreigde om het vuur te openen op het schip, voelde Greenpeace zich gedwongen om terug te keren. Van Tongeren en Van Ojik hebben onderstaande schriftelijke vragen gesteld aan de verantwoordelijke bewindslieden.
Schriftelijke vragen van de leden Van Tongeren en Van Ojik (beiden GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu over de dreigementen van de Russische kustwacht aan het adres van het Greenpeace-schip Arctic Sunrise,
1. Heeft u kennis genomen van het bericht dat het Greenpeace-schip Arctic Sunrise, is vertrokken uit de Karische Zee nadat de Russische kustwacht heeft gedreigd zo nodig het vuur te openen op het schip als orders niet opgevolgd zouden worden?
2. Was u eveneens geschokt door deze dreigementen en deelt u de mening dat deze opstelling strijdig is met het recht op vrijheid van protest zoals neergelegd in artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), mede in aanmerking genomen dat Greenpeace International vooraf kenbaar heeft gemaakt in de Karische Zee op vreedzame en legale wijze tegen olie-exploratie te willen protesteren?
3. Deelt u voorts de mening dat de weigering van toegang tot de Karische Zee en het enteren van het schip strijdig zijn met het recht op de vrijheid van scheepvaart zoals neergelegd in artikel 58 lid 1 van het VN Zeerechtverdrag, in aanmerking genomen dat het schip een volwaardige ijsbreker is, dat er momenteel geen zeeijs in het relevante deel van de Karische Zee aanwezig is en dat de aangevoerde weigeringsgronden verband houden met de bestandheid van het schip tegen ijs?
4. Bent u bereid Rusland aan te spreken op het machtsvertoon met bijbehorende dreigementen en in gesprek te gaan met de Russische autoriteiten over het toestaan van vreedzame demonstraties in de Karische Zee? Zo nee, waarom niet?
5. Deelt u de mening dat olie-exploratie in het Noordpoolgebied een uiterst zorgelijke ontwikkeling is, in aanmerking genomen dat het opruimen van een olielek in gebieden waar (een deel van het jaar) zee-ijs aanwezig is technisch niet of zeer slecht mogelijk is? Zo ja, welke stappen onderneemt u op internationaal niveau om deze ontwikkeling tegen te gaan?