Wat doen we met de VS?

Twee jaar geleden reisde ik samen met Jesse klaver naar China. We hadden ons al een tijdje verbaasd over de naiëve en eenzijdige nadruk die ons land in de relatie met China legde op handel en investeringen, het korte termijn economisch belang. Daardoor ontbrak naar onze mening het zicht op wat China, nog altijd ferm in de greep van de Communistische Partij, op de lange termijn voor ogen heeft: economische expansie tot in alle uithoeken van de wereld om zo de eigen bevolking tevreden te houden en de macht van de partij te bewaren. Door de eenzijdige focus op geld verdienen raakte ook de zorg over mensenrechten steeds weer in de verdrukking en ontbrak het aan een politieke, dan wel geopolitieke strategie om de Chinese ambities adequaat te beantwoorden.

Inmiddels wordt het debat over de relatie met China breder gevoerd: de zorg om de mensenrechten klinkt steeds luider, we denken na over strategische onafhankelijkheid omdat we voor 5G en mondkapjes liever niet van één land afhankelijk willen zijn, en we denken beter na over de vraag wat het betekent als cruciale Europese infrastructuur in Chinese handen komt.

De terugkeer van de geopolitiek wordt, behalve door toenemend zicht op wat er in China gebeurt, verder gevoed door heftige turbulentie op de transatlantische as.

Kaart van de Verenigde Staten in een boek

Transatlantische relatie

De Nederlandse buitenlandse politiek is van oudsher sterk transatlantisch gericht geweest. We hebben onszelf eigenlijk altijd als één van Amerika’s trouwste bondgenoten beschouwd. We waren er lange tijd de grootste buitenlandse investeerder, we drijven er naar hartenlust handel mee, we schuilen behaaglijk onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu en we steunden – soms actief, maar minimaal schoorvoetend - al hun buitenlandse oorlogen. Een bezoekje aan het oval office behoort bij iedere Nederlandse premier steevast tot de hoogtepunten van zijn loopbaan. En voor gewone politieke junkies (waar de schrijver van dit stuk zichzelf ook toe rekent) zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen elke vier jaar het verslavende hoogtepunt waarbij al het andere dat dichterbij huis gebeurt – in Londen, in Brussel of Berlijn – bleek afsteekt.

Vier jaar ‘anti-politiek’ van Donald Trump heeft aan die fascinatie niets veranderd. Het heeft ons wel wakker geschud: wat lange tijd vanzelfsprekend was – dat er in de VS weliswaar van alles mis is (van zinloze oorlogen tot extreme en steeds maar groeiende ongelijkheid), maar dat eerlijke verkiezingen, een sterke en vrije pers en een onafhankelijke rechtspraak de garantie boden dat er verbetering en correctie mogelijk was, ontwikkeling in de richting van een betere, meer inclusieve en meer vreedzame samenleving. Na Reagan of Bush was er altijd wel een Clinton of Obama om ons enthousiast te maken. Natuurlijk viel wat ze daadwerkelijk wisten te veranderen in de praktijk wel  een beetje tegen, maar ze voedden het optimisme en hielden de gedachte levend dat de VS en Nederland in zaken die er echt toe doen vaak aan dezelfde kant staan.

Na vier jaar Trump is alles anders. De polarisatie die natuurlijk al eerder begon, is door Trump aangejaagd als nooit eerder zo systematisch  vanuit het Witte Huis is gebeurd: hij verlaagt de belastingen voor de toch al extreem rijken, hij maakte een einde aan wetgeving die natuur en milieu beschermt en klimaatverandering tegengaat, hij flirt met buitenlandse dictators en rechts-extremisme in eigen land, en weigert het geweld dat daarmee gepaard gaat openlijk te veroordelen, hij maakt activisten voor zwarte burgerrechten verdacht, zaait openlijk twijfel of hij de verkiezingsuitslag zal respecteren, misbruikt zijn hoge politieke ambt voor eigen zakelijk gewin, en criminaliseert zijn politieke tegenstanders (‘lock her up’). In zijn buitenlandse politiek hebben de president en zijn entourage elke ambitie om in de wereld een positieve rol te spelen – voor democratie en vrijheid, voor welvaart en ontwikkeling, voor vrede en veiligheid – laten varen. Er is niets opgebouwd, alleen maar afgebroken: de VS stapten uit het Klimaatverdrag, uit het wapenbeheersingsakkoord INF, uit de nucleaire deal met Iran, uit de Mensenrechten Raad, ze stopten de steun aan de WHO (middenin de wereldwijde Covid pandemie) en aan de VN- organisatie voor steun aan Palestijnse vluchtelingen.

Het zou naiëf zijn als we opgelucht adem zouden halen

Witte huis

Trump of Biden

Op 3 november kiest het Amerikaanse volk een nieuwe president, een nieuw Huis van Afgevaardigden en 33 nieuwe senatoren – het lijkt erop dat de kiezer Trump naar huis zal sturen. Maar er is ook de zorg dat de president en zijn partij de uitslag in een aantal swing states, waar de uitslag sowieso een klein verschil zal laten zien, zal aanvechten om zo te verhinderen dat het land een soepele overgang van de macht zal mee maken.

Het zal niet verbazen dat we een overwinning van Biden op Trump (en een democratische meerderheid in de Senaat) van harte zullen toejuichen. Maar we realiseren ons ook dat daarmee niet alles zo maar weer bij het oude is.

Voor de buitenlandse politiek zal winst van Biden waarschijnlijk een zegen zijn: onder zijn leiding mag een terugkeer naar het multilateralisme worden verwacht, een rehabilitatie van de diplomatie, een hernieuwde inspanning tegen klimaatverandering en een einde aan het genante gedweep met autocraten. En in het binnenland zullen de Republikeinen zich hopelijk herbezinnen op de koers van hooliganisme die ze zich door Trump hebben laten dicteren. Vooral in het politieke midden of wat daar nog van over is kan een presidentschap van Biden helend werken. 

Maar het zou naief zijn als we alleen maar opgelucht adem zouden halen. Want in het binnenland gaat de polarisatie niet vanzelf weer weg als er een andere president in het Witte Huis gekozen wordt en wie zegt ons dat er over vier jaar niet weer een president als Trump verkiezingen zal winnen. Bovendien en nog belangrijker: in de buitenlandse politiek zijn al langer, ook toen Obama president was (en Clinton), tendensen te ontwaren die ons aan het denken zouden moeten zetten: minder gericht op Europa, meer op Azië, minder gericht op vrijhandel, meer op bescherming; minder interventionistisch, meer naar binnen gekeerd, minder geneigd garant te staan voor Europese veiligheid.    

Deze lange termijntrends hebben in Europa verbazingwekkend weinig tot herbezinning op onze politiek geleid. In Nederland, trans-atlantisch als we altijd zijn geweest, al helemaal niet.

Mocht Trump onverhoeds herkozen worden, dan zullen we op zeer korte termijn door de harde realiteit tot die herbezinning gedwongen worden. Maar ook als dat niet gebeurt, dan is het verstandig dat we de vanzelfsprekendheid van onze orientatie op de VS tegen het licht houden en op een andere, minder afhankelijke koers gaan varen.

Bij de VVD wordt daar ook over nagedacht. Voor het geval Trump wordt herkozen en het niet lukt om de VS en Europa bij elkaar te houden, moeten we op handelsgebied nieuwe bondgenoten zoeken, schreven Koopmans en Weverling onlangs in NRC/Handelsblad. In dat geval willen ze de WTO, desnoods zonder de VS en China, voortzetten en voor het tegengaan van klimaatverandering meer samenwerking met China zoeken. Dat zijn interessante gedachten die ook onder een presidentschap van Biden de moeite van het overwegen waard zijn. Op twee andere terreinen denk ik dat de VVD verkeerde keuzes maakt. Ik geloof niet dat we Trump in de NAVO moeten willen houden door steeds meer geld aan bewapening uit te geven. En ik ben er ook niet voor dat we onze kritische houding over ‘alles wat er mis is in de VS’ laten varen, zoals Koopmans en Weverling bepleiten.

10 punten plan

Ik bepleit een heroverweging van de transatlantische focus op tenminste vier terreinen: In de buitenlandse politiek, in de economische relaties met de VS, op het vlak van vrede en veiligheid, en waar het gaat om democratie en mensenrechten.

In de praktijk van het buitenlands beleid zijn deze terreinen niet altijd goed te scheiden. Handel is veel meer dan vroeger ook geopolitiek, mensenrechten en economie kunnen niet los van elkaar worden gezien, diplomatie en defensie zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Wezenlijk in de noodzakelijke heroverweging is het besef dat we meer een eigen weg moeten kunnen gaan. Niet dat we de VS (en laten we het VK na Brexit niet vergeten) willen loslaten. Dat zou dwaasheid zijn en zeer ongewenst. Maar wel dat we onze andere bondgenootschappen versterken – binnen de EU, tussen de EU en andere landen en continenten – en dat we, samen met anderen, investeren in een internationale rechtsorde die zijn ordenende werk doet, ook als een deel van de groep van huidige grootmachten even niet mee doet. Dat betekent ook dat we onszelf economisch versterken en dat we eenzijdige afhankelijkheden vermijden. En het betekent tenslotte dat we ons ook voor het behoud van vrede en veiligheid niet langer comfortabel wanen onder de beschermende vleugels van de VS die zelf, ook al onder Obama en eerdere presidenten – te kennen heeft gegeven dat we meer op eigen benen moeten staan.

Wat betekent dit in de praktijk?

Steigers met de Europese vlag

Voor onze buitenlandse politiek

1. Versterking van de politieke samenwerking in de EU. Niet langer eindeloos treuzelen op zoek naar consensus (zoals onlangs nog bij het beschamende uitblijven van een reactie op de verkiezingsfraude en het overheidsgeweld in Belarus), maar besluiten per meerderheid of handelen met een kopgroep van gelijkgezinden.

2. Aangaan en versterken van nieuwe bondgenootschappen met democratische regeringen elders ter wereld, in Azië(denk aan India, Indonesië), in Afrika (Zuid-Afrika, Nigeria, Kenia, etc.), in Latijns-Amerika (Mexico, Argentinië) en steun aan sociale bewegingen voor democratie en mensenrechten in deze en andere landen. (ook binnen de EU)

3. Investeren in versterking van de verschillende rollen van de VN zodat de organisatie meer en beter bij kan dragen aan de grote uitdagingen van deze tijd: het bestrijden van wereldwijde ongelijkheid en armoede, de strijd tegen klimaatverandering en voor behoud van biodiversiteit, het bewaken van vrede en veiligheid via een meer representatieve Veiligheidsraad die niet meer wordt gegijzeld door enkele onwillige grootmachten die permanent lid zijn en vetorecht hebben, terwijl de anderen zo nu en dan als veredelde figuranten mogen aanschuiven.

Voor onze economische relaties

4. Streven naar strategische onafhankelijkheid op cruciale gebieden: communicatienetwerken (5G), energie (zon, wind en waterstof in plaats van olie en gas), en medische apparatuur.

5. Regulering van tech-platforms als Facebook en Google en bestrijding van monopolie- vorming bij mega-spelers als Apple, Amazon, Uber: belastingheffing, anti-trust wetgeving, splitsing, industriebeleid voor Europese alternatieven.

6. Eerlijke handelsverdragen met oog voor duurzaamheid en sociale gelijkheid. EU heronderhandelt CETA, begint opnieuw met Mercosur, en streeft naar nieuwe afspraken met relevante handelsblokken, waaronder de VS. TTIP is terecht een roemloze dood gestorven, maar het zou goed zijn als er ooit iets voor in de plaats komt dat duurzaam en sociaal is.

7. Een nieuwe, ambitieuze deal tussen de EU en Afrika, om te voorkomen dat het een strijdtoneel wordt tussen de VS en China: eerlijke handel, schuldverlichting en een einde aan belastingontwijking, gezamenlijke aanpak van klimaatverandering, transitie naar schone energie, management van migratie (en aanpak grondoorzaken), strijd tegen terreur van aan IS en al Qaida gelieerde groepen.

Een persoon met een protestbord tegen ceta
Vlaggen van verschillende landen

Voor vrede en veiligheid

8. De eenzijdige afhankelijkheid van de VS op militair gebied is niet houdbaar. Een militaire inhaalslag, waar de Defensievisie nu op inzet, is niet het antwoord. De militaire dominantie van de VS is zo groot en de plannen voor een nieuwe wapenwedloop zijn er zo omvangrijk dat de EU naar andere manieren moet zoeken om vrede en veiligheid te bewaren: veel meer onderling samenwerken door taakverdeling en gezamenlijke inzet, maar ook door standaardisatie van wapensystemen en samenwerking bij de productie daarvan ; maar ook: veel meer inzetten op diplomatie, actieve betrokkenheid bij wapenbeheersing (waar de VS onder Trump hun belangstelling voor hebben verloren, nadat Rusland dat al eerder had gedaan), reanimatie van de OVSE.

9. De rol van de NAVO moet opnieuw worden doordacht. Sinds het einde van de Koude Oorlog is de organisatie op zoek naar nieuwe betekenis. ‘Hersendood’, zo velde de Franse president Macron zijn vernietigende oordeel. Dat is misschien een beetje sterk uitgedrukt. Maar dat er nieuwe militaire strategieën nodig zijn en nieuwe concepten over wat het lidmaatschap van bondgenoten vraagt, dat staat wel vast.

Voor democratie en mensenrechten

10. Ook al blijven we bondgenoten, of beter nog: juist omdat we bondgenoten zijn, zou het Nederland passen in de toekomst, meer dan nu gebeurt, kritisch te zijn op ontwikkelingen binnen de VS die de democratie uithollen. De verspreiding van nepnieuws en het bewust creëren van chaos door de president, het geweld tegen zwarten door de politie, de manipulatie van verkiezingen door het schuiven met grenzen van districten (gerrymandering), het sluiten van stembureau’s in zwarte wijken of het beperken van het kiesrecht (voter suppression): we kunnen dat niet allemaal afdoen als interne aangelegenheden van de VS. We hebben onze minister-president nog nooit een kritisch woord over Trump horen spreken. Integendeel : hij verkoopt de destructieve acties van Trump tegen het multilaterale systeem liever als een ‘kans’ om dat systeem te hervormen en ziet de rest, net als zijn VVD, als een interne aangelegenheid van de VS. Die passiviteit past niet bij een volwassen relatie. We moeten ons in de toekomst onafhankelijker en zelfbewuster opstellen.

We moeten meer een eigen weg gaan

JPG web Bram card.jpg

Op de hoogte blijven?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste politieke nieuws in je inbox.

Wil je weten hoe GroenLinks je persoonsgegevens verwerkt? Bekijk dan onze privacyverklaring.