Vanochtend had ik een afspraak met Christine Milne, een van de Groene senatoren van Australië. Zij wilde graag met mij spreken omdat ze onze hulp nodig hebben. En die van Shell. Een mooi voorbeeld van de gecompliceerdheid van klimaatonderhandelingen, maar ook van het succes van de Groenen in Australië.
Het Australische succes van de Groenen
De Australische regering heeft een krappe meerderheid in beide kamers van het Australische parlement. En de Groenen, een kleine fractie in Australië, zijn noodzakelijk voor die meerderheid. De Groenen hebben bij het regeerakkoord slechts een eis op tafel gelegd: wetgevend klimaatbeleid met een goede vaste prijs voor CO2. Dit was tijdens de campagne een belangrijk verkiezingsitem: Groen stond daarin tegenover rechts, maar ook tegenover de sociaaldemocraten van Labor.
Om het regeerakkoord een meerderheid te geven met gedoogsteun van de Groenen moesten de sociaaldemocraten door de knieën. Met als gevolg dat de Labor Party nu de Liar Party wordt genoemd, inclusief boze advertenties in de krant. Dat heeft de verhoudingen geen goed gedaan. Maar goed: in Australië is klimaatbeleid een politiek hot issue en is er een vaste prijs voor CO2 in emissiehandel van 18 euro.
De conservatieven – die door dit akkoord naar de oppositiebankjes zijn verwezen – spelen inmiddels zo in op klimaat dat hun leider heeft gezegd dat dit beleid eraan gaat als zij weer aan de macht komen: “It’s an oath in blood,” aldus de leider van the conservatieven, onder zware druk van de lobby van het bedrijfsleven. Die willen namelijk niet aan de vaste prijs van 18 euro en wijzen dan naar Europa, waar de prijs voor CO2 al gezakt is tot onder de 10 euro.
Hoe wij de Australische Groenen kunnen helpen
Het emissiehandelssysteem is een van de manieren waarop we klimaatverandering kunnen tegengaan. Door een prijs te hangen aan CO2 moeten bedrijven betalen voor hun uitstoot en worden ze gestimuleerd om hun uitstoot dus te beperken. Wetenschappers berekenden dat het huidige beleid in Australië van 18 euro per ton CO2 nog niet voldoende is om de temperatuurstijging van de aarde tot twee graden te beperken. Deze prijs leidt tot een concentratie van 550 ppm CO2 in de lucht, terwijl de wetenschap zegt dat het niet meer dan 450 ppm zou mogen zijn.
Met de huidige politieke situatie in Australië dreigt echter ook die 18 euro er in de toekomst aan te gaan, tenzij Europa in beweging komt. Europa zou haar systeem moeten aanpassen om de prijs voor CO2 op een hoger niveau te krijgen. De prijs is nu onder de 10 euro en dus volstrekt onvoldoende om het verschil te maken.
De Australische Groene senator Christine Milne is daarom hier in Durban om te spreken met Europese politici om ze duidelijk te maken dat Europa een belangrijke rol heeft om het emissiehandelssysteem een succes te maken. Doordat er nu onzekerheid is over het voortbestaan van het handelssysteem in Australië durven bedrijven daar niet in te zetten op verder klimaatbeleid en daar zit weer een interessante link met het Nederlandse bedrijf Shell.
Hoe Shell de Australische Groenen kan helpen
Shell is bezig met de lange termijn heeft daarom besloten om uiteindelijk een gasbedrijf te worden en in te zetten op het opslaan van CO2 in de grond. Hun businessmodel gaat uit van een prijs van 40 dollar per ton CO2. Gaat de prijs daaronder, dan is hun plan niet meer rendabel en maken ze enorme verliezen. Daarom is Shell ook druk aan het uitoefenen op de Europese Unie om te komen tot een hogere CO2-prijs, want die zien hun toekomst naar de knoppen gaan. En zo strijden Shell en ik opeens voor hetzelfde: een hoge CO2-prijs. De Australische Groenen zullen dus ook met Shell gaan praten, want die zouden de rechtse partijen in Australië wellicht kunnen overtuigen van de nut en noodzaak van een goede CO2-prijs. Er valt namelijk geld te verdienen.
Zo zie je maar weer hoe op zo'n conferentie allerlei commerciële belangen en politieke motieven door elkaar heen lopen en dat maakt zo'n klimaattop ook zo razend interessant.
Lees het laatste nieuws over de klimaattop in Durban in ons dossier Klimaat.