Toen in 1933 Franklin Delano Roosevelt aantrad trof hij een land in depressie en een overheid die tot dan toe vooral gegokt had op de markt om uit de crisis te komen. Hij muntte voor het eerst het concept, ‘de eerste 100 dagen’, waarin hij met een geweldige stapel wetgeving de basis wilde leggen voor een nieuw sociaal contract. Met een sociaal stelsel en investeringen in infrastructuur en natuurontwikkeling. Het was de rappe start van de zo bekende New Deal.

Biden probeert niet te verbergen dat hij zich spiegelt aan FDR. Met de leus ‘Build Back Better’, wil hij niet alleen de troep van Trump opruimen, maar de VS een fundamenteel andere kant op duwen. Een nieuw sociaal contract opstellen, gericht op meer gelijkheid en duurzame politiek. Er was twijfel, maar in zijn eerste 100 dagen zet hij een aantal indrukwekkende stappen. Niet alleen op sociaal gebied, maar ook wat betreft klimaat. Een belangrijke vraag voor ons in Europa is daarom: gaat Biden de klimaat kar trekken?

Laten we beginnen met wat ongrijpbare cijfers. Biden wil zich uit de crisis investeren door duizenden miljarden te investeren, waarvan meer dan 2 biljoen dollar moet gaan naar infrastructuur. Dit ‘American Job Plan’ vormt, samen met het versterken van federale programma’s gericht op klimaatverandering, de hoeksteen van Biden zijn klimaatbeleid. Als de plannen door het congres komen investeert de VS de komende jaren meer dan een biljoen in bijvoorbeeld het energienet, elektrisch rijden en biodiversiteitsherstel.

Net zo belangrijk als de investeringen van Biden nationaal, is de positie van de VS: terug als leider op het wereldtoneel. Nadat Trump zich terugtrok uit het Parijsakkoord, trad Biden op zijn eerste dag weer toe. Dat signaal werd onlangs opgevolgd door het nieuwe klimaatdoel van de VS, minimaal 50% reductie van broeikasgassen in 2030, ten opzichte van 2005. Een doel dat vergelijkbaar is met dat van de Europese Unie: 55% netto reductie ten opzichte van 1990.

Het nieuwe doel werd bekend gemaakt op een door de VS georganiseerde klimaatbijeenkomst met 40 wereldleiders. Voorafgaand had klimaatgezant Kerry de hele wereld over gevlogen om de druk op te voeren, met gemengd succes. Grote uitstoters als Japan en Canada presenteerde nieuwe ambities, maar een Indisch doel bleef uit en ook China kwam met weinig over de brug. Toch was het moment bijzonder, want niet alleen Xi Jinping, maar ook Putin spraken zich uit voor samenwerking in de strijd tegen klimaatverandering. Ondanks dat de geopolitieke verhoudingen snel verslechteren, slaagde de VS er dus toch in klimaat uitzondering op de regel te maken.

Hoewel de nieuwe blik op investeringen - nu al ‘Bidenomics genoemd - en de recht door zee klimaatdiplomatie aanzetten tot wereldwijde actie, betekent dat niet dat de VS meteen klimaatkoploper is. De VS heeft vooral nieuwe klimaatwetgeving nodig en met maar twee jaar tot de tussentijdse verkiezingen is het komende jaar cruciaal. De Amerikanen lopen nog ver achter op Europa, de regelmacht van de wereld. Amerikaanse initiatieven die moesten leiden tot CO2-belasting of stevige uitstootnormen zijn er meer dan eens gestrand. Ook liet Kerry zich onlangs kritisch uit over het Europese plan voor een CO2-grensheffing en herhaalde hij nog maar eens dat de VS vooral niet te veel regelgeving wil. Het is echter een illusie dat de olieputten, hamburgers en pick-up trucks - toch de essentie van het Amerikaans zijn - vanzelf uit het (straat)beeld verdwijnen. Laat staan snel genoeg.

Deze zienswijze staat in schril contrast met het klimaatpakket waarmee de Europese Commissie in juni komt, waarin alle klimaatwetgeving in lijn wordt gebracht met ons nieuwe klimaatdoel. Kortom, waar wij wat kunnen leren van het soms brutale Amerikaanse leiderschap, zou de VS er goed aan doen te leren van onze ervaring met vaak droge, maar effectieve klimaatwetgeving. Dus, of Biden de klimaatkar gaat trekken? Dan doet hij er goed aan zijn beleid wat Europeser te maken.