Een gemiste kans. Zo typeert GroenLinks het akkoord dat de Europese ministers van Financiën onder Nederlands voorzitterschap sloten om belastingontwijking tegen te gaan. De nationale regeringen kozen de kleinste gemene deler waardoor er nauwelijks stappen vooruit worden gezet: De ergernis over de miljarden belastingontwijking door multinationals leidde niet tot afspraken die paal en perk stellen aan dit soort praktijken.

“Terwijl mensen van de ene in de andere verbazing vallen over multinationals die amper belasting betalen, vertikken de EU-landen het om waterdichte regels tegen belastingontwijking te maken”, reageert Europarlementariër Bas Eickhout.

Kamerlid Rik Grashoff vult aan: “Via onder andere Nederland ontweek IKEA voor miljoenen aan belasting. Je zou verwachten dat voor hen deze deal een zwarte dag zou moeten betekenen. Maar helaas, voorlopig blijven hun trucs toegestaan.”

Internationale afspraken zijn niet bindend

In OESO-verband spraken landen eerder een uitgebreid pakket aan vrijwillige maatregelen af. De Europese Commissie presenteerde in reactie daarop een voorstel om die afspraken om te zetten in Europese wetgeving. De EU-ministers wisten daarna de voorstellen dusdanig uit te kleden dat multinationals voorlopig buiten schot blijven. “In feite wordt deze wetgeving misbruikt om de afspraken in OESO-verband uit te hollen. Dat vind ik een kwalijke zaak,”aldus Grashoff.

Kinderlijk eenvoudig

Een van de maatregelen in het pakket is om de renteaftrek van leningen aan dochterondernemingen te beperken. De ministers maakten hierop veel uitzonderingen mogelijk en spraken af dat minder strenge nationale wetgeving nog tot 2024 mag doorwerken. “Eigenlijk zeggen de minister van Financiën dus tegen multinationals: ga nog maar acht jaar door met de boel flessen”, aldus Eickhout.

Ook bevat het pakket afspraken die brievenbusbedrijven zouden moeten tegengaan. Bedrijven zouden aanvankelijk “economische substantie” moeten kunnen aantonen. In de afgezwakte afspraken zijn de criteria echter zo soepel dat één werknemer, één bureau en één computer in één kantoortje genoeg zijn om een fiscale constructie te verantwoorden. Grashoff: “Het blijft kinderlijk eenvoudig voor multinationals om hun geldstromen via exotische oorden te laten lopen. Ik had hier een stevig antwoord op verwacht.”

Geschrapt voorstel

Een ander voorstel van de Europese Commissie om EU-landen te verplichten om inkomen uit het buitenland te belasten (de zogenaamde switch-overbepaling) werd helemaal uit de wet geschrapt.

Het gehele afgezwakte pakket gaat pas in per januari 2019. “We zijn inmiddels vijf jaar en talloze belastingschandalen verder. Het magere resultaat van de ministers bestaat uit zwakke regels die pas over een aantal jaren ingaan”, concludeert Grashoff. Bovendien worden sommige van die trucs dan weliswaar verboden na 2019, maar als ze voor die datum in werking zijn getreden mogen bedrijven ermee doorgaan.”

Volgens Eickhout toont dit aan dat de Europese besluitvorming niet functioneert zolang landen als Malta, Luxemburg of Nederland de aanpak van belastingontwijking in de hele EU kunnen frustreren. “Zo werden de afspraken afgelopen vrijdag door België gegijzeld en was het mogelijk de wetgeving nog meer af te zwakken. Dat gaat uiteindelijk ten koste van ontwikkelingslanden en de Europese werknemers.” GroenLinks pleit er dan ook voor om dit soort afspraken niet langer met unanimiteit vast te leggen, maar met meerderheid.

GroenLinks ziet de zogeheten gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag (CCCTB) als eerstvolgende mogelijkheid om belastingontwijking grondig aan te pakken binnen de EU. Hierover zou dan in meerderheid beslist moeten worden. Ook roept GroenLinks de Nederlandse regering op tot het voorstellen van verdergaande maatregelen bovenop het EU-pakket, dat alleen minimumeisen bevat. Zo wil Grashoff misbruik van de deelnemingsvrijstelling voorkomen. Een oplossing voor de wildgroei aan brievenbusfirma's in Nederland zou het verhogen van substance-eisen zijn. Hierdoor wordt het hebben van lege bedrijven die alleen bedoeld zijn voor belastingontwijking onmogelijk gemaakt door bedrijven te verplichten tenminste tien procent van hun Nederlandse omzet in Nederland aan arbeidskosten te besteden.