Steeds meer ervaren we wat klimaatverandering met de wereld, en ons land, doet. In Nederland merken we de dreiging van gevaarlijke zeespiegelstijging, extreem warme en droge zomers, de landbouwgrond die verzilt. De wetenschap waarschuwt voor wat ons nog meer te wachten staat als de aarde verder opwarmt.

Het is nu echt de hoogste tijd om de klimaatcrisis aan te pakken. Er is gewoonweg geen andere optie. We zijn de laatste generatie die het tij nog kan keren. In de komende tien jaar moeten we ervoor zorgen dat onze planeet leefbaar blijft. Door onze economie te hervormen en duurzaam te maken. En te stoppen met onze verslaving aan fossiele brandstoffen. We laten landbouw hand in hand gaan met het floreren van de natuur. We kunnen dit. En we weten hoe het moet. Wij hebben de plannen voor Nederland klaarliggen.

Om dit te doen, hebben we durf nodig. Het is tijd voor een nieuw verhaal. Daarom kunnen we de hervorming niet aan (centrum)rechtse partijen zoals de VVD en het CDA overlaten. Zij willen vasthouden aan oude ideeën, het oude normaal, aan de gevestigde orde. Maar dat zijn precies de ideeën die ons hier hebben gebracht, midden in een klimaatcrisis.

Het is tijd voor een nieuw verhaal

Vier redenen waarom we klimaatbeleid niet aan rechts kunnen overlaten.

1. De markt gaat klimaatverandering niet fixen

De klimaatcrisis vraagt om grote maatschappelijke verandering. Het IPCC, het wetenschappelijke klimaatpanel van de VN, stelde dat er ‘snelle, ingrijpende veranderingen in de hele samenleving’ nodig zijn om nog te kunnen voldoen aan het Akkoord van Parijs. Zulke ingrijpende veranderingen kunnen we niet zomaar aan de markt overlaten, zoals de VVD en CDA graag doen.

Dat betekent niet dat we het bedrijfsleven niet nodig hebben. Sterker nog: we hebben het bedrijfsleven keihard nodig. Duurzame initiatieven en innovaties bouwen de duurzame wereld op. Maar dan moet de overheid wel de omstandigheden scheppen waarin zulke bedrijven kunnen floreren, en waarin verduurzaming de enige logische keuze is. En dat gebeurt op dit moment niet. Omdat vervuiling goedkoop is en er jaarlijks miljarden aan subsidies naar de fossiele industrie gaan, hebben duurzame ondernemers en groene alternatieven geen schijn van kans. (De regering gaf de afgelopen jaren jaarlijks 4,5 miljard subsidie aan fossiele activiteiten, en dat bedrag is toegenomen onder de kabinetten-Rutte.) Op Europees niveau is geprobeerd een markt op te richten in uitstootrechten, het emissiehandelssysteem (ETS). Dat systeem, dat regelt dat bedrijven maar beperkt recht hebben op uitstoot, sluit helaas veel sectoren uit en heeft niet het gehoopte resultaat opgeleverd. Ook is er tot nu toe nog geen echte CO2-belasting. Die moet er wel komen, om uitstoot te ontmoedigen. En om tegelijkertijd duurzame keuzes áán te moedigen. Door te stoppen met fossiele subsidies en een echte CO2-belasting in te voeren, krijgen duurzame ondernemers en groene alternatieven een eerlijke kans. Zo maken we ‘de markt’ eerlijk en kan het bedrijfsleven echt gaan bijdragen aan een groene samenleving.

Maar dit is maar het halve verhaal. Naast de markt is er nog een veel groter plan nodig. Om de hervorming tot in de hele samenleving te laten doordringen, hebben we systeemverandering nodig. We moeten aan verschillende knoppen tegelijk draaien. En durven draaien. Alleen de overheid kan systeemverandering doorvoeren op een democratische manier. We moeten investeren in een goed treinnetwerk, in het circulair maken van de economie, in verduurzaming van de landbouw, in groene industrie, in hernieuwbare energie, in herstel van de natuur en in groene banen. Er is een masterplan nodig, een plan met durf en ambitie. Er is een overheid nodig die in durft te grijpen, net zoals dat nu gebeurt met de coronacrisis. Met hier en daar een pleister plakken, zoals de kabinetten-Rutte de afgelopen jaren deden, gaan we het simpelweg niet redden.

2. Alleen linkse politiek maakt klimaatbeleid eerlijk

Klimaatbeleid kost geld. Maar als we de aarde leefbaar willen houden, dan hebben we geen keus. Daar komt bij dat niks doen uiteindelijk nog veel duurder is. Maar die kosten voor klimaatbeleid willen we wel graag eerlijk verdelen. Tot nu toe kwam de rekening vooral te liggen bij gewone mensen en mkb’ers, in plaats van bij de grote vervuilers. En de mensen met lage inkomens werden harder in hun portemonnee getroffen dan mensen met hoge inkomens. Terwijl zij in verhouding juist veel minder aan vervuiling bijdragen. De afgelopen jaren is er dus gekozen om de rekening neer te leggen bij degenen die het minst verantwoordelijk zijn, en het geld bovendien ook het minst kunnen missen.

Dat vinden wij oneerlijk. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. En de vervuiler moet betalen. De belasting op milieuvervuiling en CO2-uitstoot moet daarom fors omhoog. Het geld dat dat oplevert investeren we in ‘vergroeners’. Bedrijven en huishoudens die het milieu sparen, gaan daarvan profiteren, bijvoorbeeld door middel van belastingvoordelen. En door middel van een tickettax gaan veelvliegers meer betalen: wel zo eerlijk. En daarmee maken we treinen goedkoper. Zo zorgen we ervoor dat mensen met lage inkomens niet onevenredig moeten opdraaien voor de kosten van klimaatbeleid.

Een groeiend plantje

3. We hebben een ander verhaal nodig

Marktdenken, economische groei als heilige graal, het bbp om onze welvaart te meten: de waarden van de ‘oude economie’ zitten diep ingesleten. Het definiëren van alle maatschappelijke kwesties als economische vraagstukken, wat wij ‘het economisme’ noemen, heeft de afgelopen dertig jaar Nederlands beleid bepaald.

In de oude economie werden snelle winsten van aandeelhouders boven werknemers en de samenleving gesteld. In de oude economie zagen we de afgelopen decennia de afbraak van onze publieke voorzieningen en onze verzorgingsstaat. De zorg, het onderwijs, onze leefomgeving: ze zijn verwaarloosd. Onze leraren zijn onderbetaald, de kwaliteit van het onderwijs gaat rap achteruit en de kansenongelijkheid neemt toe. De farmaceutische industrie verrijkt zichzelf terwijl de zorgkosten alleen maar oplopen en het zorgpersoneel op een houtje bijt. Onze woning‘markt’ is verziekt, mensen kunnen geen betaalbare woning meer vinden en investeerders worden rijk over de rug van huurders en kopers. Boeren worden gedwongen alsmaar te groeien om het hoofd boven water te houden en de supermarktketens strijken het geld op. Allemaal gevolgen van liberaal beleid. Ondertussen is de biodiversiteit in ons land er dramatisch aan toe, staan onze natuurgebieden er treurig bij en gaan er grote hoeveelheden CO2 de lucht in. Onze economie draagt bij aan ontbossing op grote schaal elders in de wereld en het klimaatprobleem wordt groter en groter.

Dit alles terwijl het meestal zogenaamd ‘goed ging’ met de economie: elk jaar stonden de kranten vol met mooie verhalen over de ‘groei’ van de economie en het bruto binnenlands product. De focus op groei maakt ons blind voor wat er allemaal stuk gaat. Dit economisme heeft ons niet verder gebracht. En nog steeds houden liberale partijen hieraan vast. Onlangs nog, presenteerde de regering een ‘groeifonds’ om uit de coronacrisis te komen. 20 miljard euro met maar één doel: economische groei. Zonder definitie of dat het soort groei is waar we als land beter van worden.

Alles schreeuwt om het verleggen van onze focus. Om een overheid met visie, en geen ‘manager van BV Nederland’, zoals Mark Rutte zijn baan vooral ziet. Want een land is geen BV. We moeten die oude waarden opzij schuiven en voluit kiezen voor wat écht belangrijk is. We hebben een ander verhaal nodig. En wij vertellen dat verhaal al heel lang. We moeten onze economie hervormen. De economie weer voor mensen laten werken. Een economie die niet is gericht op economische groei, maar op brede welvaart. Een economie waarin het welzijn van de hele samenleving en de planeet centraal staat. En waarin economische groei alleen goed is als het ook zorg draagt voor welvaart, rechtvaardigheid, gezondheid, natuur en klimaat, en geen schade toebrengt aan mens en milieu, zoals nu wel zo vaak het geval is. In het klimaatfonds, ons alternatief voor het groeifonds, zijn juist die waarden voorwaardelijk voor de investeringen. Want de coronacrisis is een logisch moment om onze economie te hervormen. Zo brengen de investeringen die nodig zijn om uit de coronacrisis te komen, ons ook dichterbij de nieuwe economie. Zo bouwen we de enige economie die houdbaar is voor de toekomst.

4. Klimaatbeleid is er ondanks rechtse partijen, niet dankzij

CDA en VVD staan al 20 jaar aan het roer in wisselende coalities. Al langer hebben ze de mond vol van milieu en klimaat. Maar onder hun bewind werden de eigen milieudoelen nooit gehaald. Zo stond in het regeerakkoord van het kabinet Balkenende-III (CDA-VVD) het doel van 30 procent broeikasgasreductie in 2020 ten opzichte van 1990. Dat is bij lange niet gelukt. In datzelfde akkoord stond dat in 2020 ten minste 20 procent van onze energie duurzaam opgewekt zou moeten zijn. Tussentijds werden de doelen bijgesteld naar beneden, naar 14 procent. En zelfs dat werd krap. Daarmee bungelen we ver onderaan het lijstje van Europese landen, alleen Luxemburg en Malta staan onder ons. In 2015 en 2016, onder het kabinet Rutte-II met CDA-minister Maria van der Hoeven, van Economische Zaken, werden er zelfs nog drie nieuwe kolencentrales geopend, op de Maasvlakte en in de Eemshaven. En de afgelopen vier jaar zie je dat VVD en CDA vaker tegen dan voor wetsvoorstellen voor klimaatbeleid hebben gestemd. KiesKlimaat zette alle belangrijke wetsvoorstellen rondom klimaat op een rijtje.

Gelukkig werden er de afgelopen jaren soms ook stappen in de goede richting gezet. Zo kwam er een Klimaatakkoord - al is dat lang niet ambitieus genoeg om de klimaatdoelstellingen te halen, en worden de grote vervuilers in dit akkoord veel te veel ontzien. En er werden veel windmolens en zonneparken bijgebouwd, al is het aantal nog ruim onvoldoende om de transitie echt door te zetten. Veel stappen die zijn gezet, gebeurden op ons initiatief. Zoals de Klimaatwet, ontworpen door GroenLinks en PvdA, die uiteindelijk met een ruime meerderheid door de Tweede Kamer is aangenomen. Ook spanden wij ons jarenlang in voor statiegeld op blikjes en kleine flesjes, die er nu eindelijk gaat komen. We zorgden voor een eerste stap richting een CO2-belasting en houden al jaren met succes het openen van Lelystad Airport tegen. We regelden betere handhaving van energieregels voor de industrie, zorgden dat de energierekening iets eerlijker verdeeld werd, dat het groeifonds iets groener werd en dat de nertsenhouderijen vervroegd moesten sluiten.